Wiskunde algemeen

De absolute waarde is de afstand tot nul, de oorsprong. In geval van een vector bedoelen we met de absolute waarde de grootte van die vector, oftewel de lengte van die vector, en dat noemen we ook wel de norm van de vector. Dit geven we aan met absoluut-strepen:
In het laatste geval is x een vector in een Cartesisch stelsel.

De faculteit van een getal x is het product van alle gehele getallen, te beginnen met 1, tot en met het getal x. Dit geven we aan met een uitroepteken achter het getal.
In principe is de faculteit alleen gedefinieerd voor positieve gehele getallen. Dit heeft geleid tot een definitie voor het bijzondere geval van de faculteit van 0:
Het kan ook met alleen de even of oneven termen:

Met wederom het speciale geval:
Dubbele faculteiten kan ik omschrijven naar enkele faculteiten als volgt:


Een wiskundige bewerking is commutatief wanneer het niet uitmaakt hoe de volgorde is van de ‘deelnemers’ aan die bewerking. Hier volgen enkele voorbeelden. Optellen en vermenigvuldigen is commutatief:

Aftrekken en delen is niet commutatief:

Het inwendig product is commutatief:
Het uitwendig product is niet commutatief:
En tot slot misschien wel de meest spectaculaire wet uit de wiskunde (hierin is i de imaginaire eenheid):
Wat is wiskunde toch leuk! :)