Uitleg artikel algemene relativiteitstheorie: paragraaf 18
Theorie van het zwaartekrachtveld.
Paragraaf 18:
De impulsenergiewet voor de materie als gevolg van de veldvergelijkingen.
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Dit gebruikt Einstein als aanloopje om de veldvergelijkingen, die we gevonden hebben in paragraaf 16, te gaan bewerken:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Aan de behoudswetten voor energie en impuls wordt voldaan indien de divergentie van ‘wat er is’ nul wordt, daar hebben we het in de vorige paragrafen uitgebreid over gehad. Echter, de divergentie van alleen de energietensor wordt volgens bovenstaande vergelijkingen alleen nul indien de tweede term van vergelijking (18.9/E57) nul wordt. Die tweede term op zijn beurt wordt alleen nul indien de energietensor zelf nul is (nogal wiedus) of indien de afgeleide van de metrische tensor nul wordt. Dit laatste is het geval wanneer de componenten van de metrische tensor constant zijn. Het gevolg daarvan is dat de Christoffel-symbolen allemaal nul worden en dat er daarom geen zwaartekrachtveld aanwezig kan zijn (zie paragraaf 13). Met andere woorden, de tweede term van vergelijking (18.9/E57) stelt de energie en impuls voor die per ‘eenheid ruimtetijdcontinuüm’, dus per volume en per tijdseenheid, door het zwaartekrachtveld overgedragen wordt op de energie oftewel de materie.
Voordat ik in paragraaf 11 vergelijking (11.70/E41b) afleidde passeerden we vergelijking (11.65/E41):Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Oorspronkelijke vergelijking uit het artikel van Einstein:
Wat er uiteindelijk in de praktijk gebeurt, Einstein noemt dat “de materiële gebeurtenissen”, moet dus voldoen aan de voorwaarden van de vergelijkingen (18.13). Want alles wat we tot nu toe hebben gedaan is allemaal theoretisch gepraat over ruimtetijd en zwaartekracht, maar wat gebeurt er nou in de werkelijkheid? Wat gebeurt er echt? Al het wiskundige gegoochel dat we achter ons hebben liggen ziet er allemaal prachtig en indrukwekkend uit, echter, wij leven niet in een wiskundige abstractie maar in de werkelijkheid. Oftewel, wat zijn de materiële gebeurtenissen? Daar gaat het volgende hoofdstuk over.