Stabiliteit van cirkelvormige banen om een centrale massa
Onderzoek de cirkelvormige banen om een centrale massa, uitgaande van de differentiaalvergelijking van een
geodetische lijn rondom die puntmassa.
Dit is de differentiaalvergelijking van een
geodetische lijn rondom een puntmassa
(voor de afleiding zie
het vorige vraagstuk):
Waarbij voor u geldt:
In het geval van een cirkelvormige baan geldt per definitie r = constant, en omdat u de reciproke waarde van r is,
is u eveneens constant.
Dit heeft tot gevolg dat de
eerste afgeleide
en
tweede afgeleide nul zijn:
Waardoor vergelijking (1) vereenvoudigt tot:
Vervolgens vul ik vergelijking (2) hierin in:
Ik heb nu een
tweedegraads vergelijking
en dat vraagt er natuurlijk om om de
abc-formule in te zetten
om r op te lossen:
Die rechterterm onder de wortel
hebben we te danken aan de rechterterm van vergelijking (1).
Deze term is klein en komt in de ‘Newtonse mechanica’ helemaal niet voor.
Wanneer ik die term verwaarloos volgt uit (7) het klassieke resultaat:
In de tabel met Taylor-reeksen vinden we:
Omdat die rechterterm onder de
wortel
klein is kan ik vergelijking (7) bij zeer goede benadering schrijven als volgt:
De twee oplossingen worden dan:
Van de bovenstaande twee oplossingen is de linker het klassieke resultaat, dat is niet verrassend, maar er is
een tweede oplossing en dat is nieuw.
Voor de horizon van een
zwart gat geldt de
Schwarzschild-straal:
De rechteroplossing van vergelijking (10) kan ik daarmee uitdrukken in Schwarzschild-stralen:
Stel je bent met een ruimteschip naar een
zwart gat
gereisd en je wilt dat fenomeen gaan onderzoeken.
Je weet dat je bij de
horizon vandaan moet blijven,
want de
horizon is een point-of-no-return en als je
daar doorheen gaat dan kom je nooit meer thuis.
Vergelijking (12) suggereert dat indien je je ruimteschip in een baan om het
zwarte gat parkeert op
anderhalve
Schwarzschild-straal
van de singulariteit, dat je dan rustig je raketmotor uit kunt zetten
(net als een ruimteschip in een baan om de Aarde) en aan je onderzoek kunt gaan beginnen.
Helaas, niets is minder waar.
Vergelijk het met
Lagrange-punten.
Iedere ster-planeet combinatie heeft vijf van zulke punten.
In het plaatje hieronder zijn ze ingetekend.
In deze vijf punten zijn zwaartekracht en centripetale kracht (= middelpuntvliedende kracht) met elkaar in evenwicht.
Maar dat is niet voldoende.
Voor de
stabiliteit van de Lagrange-punten is het
tevens noodzakelijk dat ze in potentiaalputten liggen en dat is bij geen van de
Lagrange-punten het geval.
In principe zijn alle Lagrange-punten
niet stabiel, omdat ze op potentiaaltoppen liggen en niet in potentiaalputten!
De punten L4 en L5 worden gered door de Coriolis-kracht die ervoor zorgt dat objecten in die punten na
kleine verstoringen terugkeren naar hun uitgangspositie (in deze punten treffen we dan ook bij de meeste
planeten objecten aan, vooral bij de planeet Jupiter is het ‘druk’).
De Lagrange-punten worden gebruikt om
ruimtesondes te plaatsen, maar regelmatig gebruik van de stuurraketjes is dan wel een vereiste.
Wat heeft dit nou allemaal te maken met de parkeerbaan om een
zwart gat?
Door vergelijking (6) te
integreren
krijg ik de potentiaalfunctie:
De potentiaalfunctie
Een derdegraads functie
ziet er doorgaans uit zoals op het plaatje hiernaast te zien is.
Wanneer ik wil weten waar het minimum en maximum liggen zal ik moeten
differentiëren, hetgeen mij weer brengt bij
vergelijking (6).
Die moet ik dan vervolgens oplossen en dat brengt mij bij het resultaat volgens vergelijking (10).
Met andere woorden, de oplossing r− ligt op een potentiaaltop en de oplossing
r+ ligt in een potentiaalput (zie de figuur hieronder).
Conclusie: r+ is stabiel en r− niet!
Wanneer je je ruimteschip parkeert op anderhalve
Schwarzschild-straal van de singulariteit en je
gaat vervolgens een tukkie doen dan kom je voor een hele vervelende verrassing te staan: je ruimteschip valt intussen door de
horizon.
De potentiaalfunctie voor circulaire banen om een centrale massa
De potentiaalfunctie op de
grens van wel/niet stabiel
Het grensgeval treedt op wanneer potentiaaltop en potentiaalput samenvallen, oftewel wanneer de
discriminant van
vergelijking (7) nul wordt:
Indien de
discriminant
nul is dan wordt vergelijking (7):
Hierin vul ik het resultaat van vergelijking (14) in:
Je moet dus op
minstens drie Schwarzschild-stralen van de singulariteit blijven (
minstens twee
Schwarzschild-stralen van de
horizon)
om je ruimteschip veilig te parkeren.
Wanneer je op drie Schwarzschild-stralen van de singulariteit bent dan ben je op het randje van wel/niet stabiel.
Stabiele - en instabiele circulaire banen om een centrale massa
Stel dat het
zwarte gat een massa heeft van één zonsmassa.
Wanneer we de
massa van de Zon invullen in
vergelijking (11) dan levert dat een
Schwarzschild-straal op van iets
minder dan drie kilometer.
Indien je je ruimteschip parkeert op een afstand van 10 R
s (dat klinkt op zich heel veilig)
dan ben je 27 kilometer verwijderd van de
horizon van het
zwarte gat terwijl je een snelheid hebt van meer dan 0.3 c.
Eén stuurfoutje en je verdwijnt binnen een milliseconde door de
horizon.
Neem geen risico en parkeer je ruimteschip nog een eind verderop.