De transformatievergelijking voor de amplitude van EM-golven
Elektromagnetische golven
De oppervlakte van de golf is dus y maal x, oftewel elektrisch veld maal afstand. De eenheid van het elektrische veld is Volt-per-meter en daarmee wordt het oppervlak van de golf gegeven in Volt-per-meter maal meter is Volt. Indien je een magneet naar een spoel beweegt of een spoel naar een magneet maakt niet uit, in beide gevallen wordt dezelfde spanning opgewekt aan de uiteinden van de spoel. Met andere woorden, spanning is onafhankelijk van de beweging van de waarnemer net als de lichtsnelheid. Om het heel netjes te zeggen: spanning en lichtsnelheid zijn invariant. De eenheid van spanning is Volt dus dit brengt ons bij de conclusie dat de oppervlakte van een sinusbult van het elektrische veld ook invariant is en daarmee ook de breuk u/η.
De variabele η, het deel achter de sinus, heb ik bij het relativistische Doppler-effect uitgebreid onder de loep genomen en deze transformeert als volgt voor twee waarnemers die ten opzichte van elkaar met een snelheid v bewegen:
Voor het magnetische veld geldt een analoge redenering omdat de eenheid van dit veld Ampère-per-meter is, en stroom net als
spanning invariant is.
De amplitude van elektromagnetische golven transformeert dus op dezelfde wijze als de frequentie van de golven omdat het
quotiënt van beide (amplitude/frequentie) invariant is.
Tot slot wil ik nog opmerken dat de snelheid positief is indien de bron van de elektromagnetische golven zich verwijdert
van de waarnemer en de snelheid is negatief indien bron en waarnemer elkaar naderen.
In het laatste geval worden in de vergelijkingen (3) en (4) de plussen minnen en vice versa (of beter gezegd: β
wordt negatief).
De grafiek van u’/u als functie van β,
klassiek (de rode lijn) en relativistisch (de groene lijn),
de bron verwijdert zich van de waarnemer
De grafiek van u’/u als functie van β,
klassiek (de rode lijn) en relativistisch (de groene lijn),
de bron nadert de waarnemer